afharden

Je hebt een plekje gevonden, de potjes zijn gevuld met aarde en de zaadjes liggen in bed. Je kunt niet wachten om ze te zien ontwaken. Zodra de eerste zachte lentedagen zich aandienen krijg je tuinkoorts en zet je de zaailingen buiten. Begrijpelijk, maar zet ze alsjeblieft ‘s avonds weer op hun beschutte plekje. Een koude nacht zou ze om het leven kunnen brengen. Ze zijn nog niet gewend aan wind, fel zonlicht en schommelende temperaturen. De plantjes daaraan laten wennen heet afharden.


Neem voor afharden zeker een week de tijd. De eerste twee dagen zet je ze maximaal vier uur buiten op een beschutte plek, de dagen die daarop volgen iedere dag een paar uur langer. Bij koude haal je ze eerder binnen. Vanaf half mei is de kans op vorst miniem en kunnen de plantjes naar hun vaste verblijfplaats in de volle grond. Zorg ervoor dat het plantje naast twee kiemblaadjes (de eerste twee) ook twee echte blaadjes heeft.